De chino is de basisbroek in elke mannengarderobe. Zeker op een warme zomerdag is de soepele chino te verkiezen boven de stugge jeans. De kleur vervaagt ook niet, zoals bij een spijkerbroek wel gebeurt.
De chino heeft van oorsprong een kaki kleur. Dat is te danken aan het badje van kerriepoeder, theebladeren en het sap van de moerbeiboom waarin Britse soldaten in India hun uniformen dompelden. Zo was het stof op de voorheen spierwitte uniformen minder snel te zien. Tegenwoordig is het aanbod aan kleuren schier oneindig. Mr. Marvis heeft chino’s in meerdere tinten blauw, groen, beige, ja zelfs roze in de collectie. Maar de kaki variant is the original. Door de neutraliteit van de kleur valt kaki te combineren met zo ongeveer elke andere kleur. De enige mispeer die je op dit terrein kunt maken, is een overhemd of polo in dezelfde zandkleur, dan wordt je een soort beige vlek.
Een chino maakt dat je er altijd verzorgd uitziet, zónder dat het te formeel wordt. Amerikanen noemen het business casual, maar een chino is altijd meer casual dan business. Combineer jij je chino met een sweater, dan ben je gewoon een coole vogel. Draag je het met een Hawaii-shirt, dan ben je zelfs een coole paradijsvogel. Of wat dacht je van een safarishirt, dus met borstzakken en epauletten? Dat is seventies gold! Maar combineer je het juist weer met een overhemd én een sweater (boordje over de ronde hals), dan krijgt je voorkomen juist weer iets van Reinout Oerlemans in Goede Tijden Slechte Tijden. Rondom de Chino-fundering kun je dus spelen met combinaties. Een loafer onder een chino geeft je iets Napolitaans; witte leren sneakers onder diezelfde chino doen je er tien jaar jonger uitzien. Opties te over (mijn favoriet: geruit of gestreept overhemd met button down-boord).
Let wel op bij de kleurkeuze. Ga te werk volgens de bosscheboltheorie. De onderste laag (overhemd of polo) is het lichtst van kleur; de buitenste laag is het donkerst. Draag je bijvoorbeeld op een helwit overhemd ook nog een cardigan en een blazer, dan is de cardigan donkerder dan het overhemd (bijvoorbeeld crème of lichtblauw), en de blazer zelfs nog iets donkerder. Met kleren is het namelijk net als met literatuur: gelaagdheid geeft diepte, dus je bouwt op in lagen, maar wel verantwoord.
Als jij een van de weinigen bent die óók nog een stropdas draagt, dan is die het allerdonkerst – de stropdas geldt dan als buitenste laag. Maar goed, wie draagt er – behalve ik – nog een stropdas tegenwoordig?
Onthou: met een spijkerbroek doe je aan dressing down, met een chino aan dressing up, en als het Nederlandse straatbeeld iets kan gebruiken, is het een toefje dressing up.
Wil jij weten hoe je er het allercoolst uitziet in je chino? Maar dan ook echt het aller, allercoolst? Klik op deze link en je bent helemaal bij.
Hoofdredacteur Arno Kantelberg van ModMod beantwoordt maandelijks al uw vragen op het terrein van kleding en goede smaak in brede zin. Ook een vraag aan Arno? Stuur ‘em naar hello@mrmarvis.nl.